2016-11-24

Lagos 2.

Ik lig nog steeds in Lagos. Zoals het er nu uitziet, vormt zich op zondag 27 november een hogedrukgebied boven de Azoren. Als dat een beetje stabiel blijft, dan kan ik er van profiteren.

In de tussentijd ben ik maar begonnen met het demonteren van een van de dekluiken. Onder de houten lijsten van de luiken zit roest, roest zet uit en dus begonnen de luiken te lekken. Het verwijderen van de uitgeharde kit blijkt nogal lastig te zijn en ik heb dus naar verwachting een kleine week nodig voor een enkel luik.

Het is een werkje dat ik eigenlijk op de Canarische Eilanden willen doen, maar verveling heeft me doen besluiten om er nu maar aan te beginnen. Een kleine week werk is dus niet erg. In Lagos is namelijk niet zo heel veel te zien. Goed, er zijn de rotsen en grotten aan zee die met een bootje te bezichtigen zijn na betaling van 15 euro, maar die rondvaart duurt slechts een uurtje. Misschien dat ik daar later deze week eens  heen ga. En de Pokemon die in Lagos te vangen zijn heb ik inmiddels ook allemaal wel. Heb er inmiddels 59 van de 250! Ben nu een level 10 Pokemon Trainer! Mwoehaha!

Sorry.

Nadeel is wel dat het deze week hier af en toe regent. In de kajuit staan daarom een aantal soepkommen en pannen op de vloer om het water op te vangen dat uit de naden loopt die geen kit meer hebben.

Mijn voorraad pijnstillers, die in Ribadeo aardig was geslonken, is hier weer aangevuld. Ook heb ik een aantal keerringen voor de motor gekocht. Mocht de keerring die ik in Frankrijk had 'gerepareerd' weer beginnen te lekken, dan kan ik hem nu tenminste vervangen.

In een van de restaurantjes hier maakt men de beste tosti die ik ooit ben tegengekomen. Een dikke plak geroosterd Portugees brood, daarop kaassaus, daarop meerdere gevouwen plakken ham, daarop de tweede dikke plak geroosterd brood, daarop weer kaassaus en daarop een paar plakken Goudse kaas. Het geheel gaat in de oven tot de kaas bovenop gesmolten is en bruin begint te worden. Het is echter beslist geen Francesinha. Het restaurantje is een voorbeeld van multicultuur: de eigenares is Engels en het personeel komt uit Portugal, Zuid-Afrika, Nederland, Schotland, Roemenië en Oeganda. Het Nederlandse personeelslid heeft me een aantal goede tips over Lagos gegeven.


2016-11-17

Over yachtsmen en boaties, watersportzaken en scheepswinkels.

Nu ik zo een aantal maanden in een zeilboot heb rondgezworven, zijn mij twee groepen medezeilers gaan opvallen.

De eerste groep bestaat uit mensen die een moderne polyester boot bezitten die er altijd picobello uitziet. Fabrieksnieuw als het ware. Er is niet aan geklust en als er iets aan kapot gaat, dan wordt een monteur ingehuurd. Een van de eerste zaken die deze groep na aankomst in een haven doet is de boot schoonspuiten met drinkwater en poetsen.

Op het water dragen deze mensen, ongeacht het weer, modieuze zeilpakken en op het land gaan ze gekleed in witte broeken en blauwe shirts. De mannen hebben niet zelden een vest om de schouders geknoopt en de vrouwen dragen een sjaaltje. Beiden hebben een permanentje met geblondeerde lokken en dragen vrijwel altijd een zonnebril. Bij voorkeur in het haar. Ze liggen graag in havens en eten in restaurants.

De leden van de tweede groep hebben een wat oudere boot. Deze ziet er steevast uit als een drijvende werkplaats. Roest op het staal, strepen op het kunststof en afgebladderde verf op het hout zorgen voor een uniek karakter van het vaartuig. Jerrycans, vouwfietsen, surfplanken en andere objecten zijn aan dek gesjord. Wasgoed wappert onder de giek en zelfgebouwde frames en houders voor zonnepanelen en vishengels sieren de omgeving van de kuip. En ook elders zijn geimproviseerde oplossingen te zien, die bij voorkeur met behulp van ducttape en triplex zijn gerealiseerd.

De mannen van deze groep zijn vrijwel allemaal baarddragers en knippen hun haar pas wanneer dit het zicht begint te belemmeren. Ze gaan bij voorkeur enkel gekleed in een korte broek en sandalen. Zowel aan land als op het water. De vrouwen dragen geen zichtbare make-up, hebben een praktisch kapsel en gaan gekleed in jeans, t-shirt en gympen. Ankeren heeft hun voorkeur en eten doen ze aan boord na inkopen te hebben gedaan bij een supermarkt.

Beide groepen lijken elkaar te mijden, maar die conclusie is mogelijk voorbarig. Verdere observatie is nodig.

Wat mij ook is gaan opvallen, is dat scheepswinkels niet hetzelfde zijn als watersportzaken.

Watersportzaken richten zich op de verkoop van produkten zoals blauw-wit gestreepte shirtjes in matrozenstijl en sjaaltjes met ankermotief, cardanisch opgehangen bekerhouders van messing en teak met "Captain" opdruk, anti-statische stootwilhoezen, speciale hoogglansreinigingsmiddelen tegen meeuwenpoep op polyester en stormbestendige wasknijpers a 8,50 euro per stuk(*). Daarnaast verkopen ze ook nog wat nuttige produkten zoals lijnen en harpsluitingen. Tenminste, als ze de ruimte ervoor hebben.

Scheepswinkels daarentegen richten zich op de verkoop van produkten zoals verf, zeekaarten, gereedschap, dekbeslag, lijnen, anodes, scheeps- en motoronderdelen, reparatiesets, vissersspullen en normale wasknijpers van 1,45 euro per 25 stuks. Daarnaast verkopen ze af en toe ook wel eens nutteloze produkten zoals bekerhouders met "Captain" opdruk. Tenminste, als ze de ruimte ervoor hebben.

(*) Die wasknijpers van 8,50 euro per stuk in die winkel in Scheveningen zal ik nooit vergeten.
Kassameisje: "Maar ze zijn wel stormbestendig."
Ik: "Maar wie hangt zijn was nou buiten in een storm?"
Kassameisje: "Door de wind wordt de was anders wel snel droog."
Ik: "Oh? Volgens mij regent het meestal tijdens een storm."
Nee, ze was niet blij met me.

2016-11-15

Lagos 1.

De hemel was volkomen onbewolkt toen ik om 16:00 uur op 14 november vanuit Sines naar Lagos vertrok. Het was de nacht van de zogenaamde supermaan. En deze was dus ook perfect te zien. Veel groter dan anders vond ik hem niet echt, maar het maanlicht was wel bijzonder helder. De contouren van de Zuid-Portugese kust waren tijdens de tocht erg goed te zien. Zelfs vogels en de markers van kreeftenpotten die dobberden op het water waren vanaf een afstandje te zien. De hemel was ook niet zwart. Hierdoor was slechts een enkele ster helder genoeg om te verschijnen. De onbewolkte hemel en droge lucht zorgden er ook voor dat de zonsondergang en zonsopgang vanaf de eerste tot de laatste seconde te zien waren.

Lagos... De laatste haven op het Europese vasteland als ik naar de Canarische Eilanden ga. D-Day dus. Wordt het een week op zee naar de Canarische eilanden? Of misschien de route langs de Marokkaanse kust? Of nog niet naar de Canarische Eilanden maar eerst een half jaar naar de Middelandse Zee?

Ik zie wel. Maar wat het ook wordt, eerst zijn er een aantal zaken die ik moet doen. De kotterfok moet voorbereid worden, de buitenboordmotor moet gecontroleerd en getest worden, de voedselvoorraad geinventariseerd. En zo zijn er nog meer zaken. Voldoende om me een aantal dagen bezig te houden.

De jachthaven van Lagos ligt vol. Vol met jachten uit Noord-Europese landen. Er wordt op de steigers amper Portugees gesproken. Sterker nog: ik heb nog geen Portugese vlag op een jacht in deze haven gezien. En ook in het winkelgebied van de stad is het een en al Noord-Europeaan. En dit is ergens jammer, want de prijzen in de restaurants hier zijn een factor twee a drie hoger dan in stadjes als Peniche en Povoa de Varzim. Gelukkig zit er een goed uitgeruste supermarkt op een steenworp afstand van de haven.

De prijs van een overnachting valt, dankzij het laagseizoen en de kortingskaart die ik in Porto kreeg, mee. In het hoogseizoen wil ik hier echter niet liggen. Te duur. Gelukkig zijn er voldoende ankerplaatsen in de buurt. Sja, dit is nu eenmaal de Algarve en dat is een erg populair vakantie- en vaargebied. En geef de lokale bevolking maar eens ongelijk dat ze wil verdienen aan al die toeristen.

2016-11-11

Over spinnen en garnalen, vissen en meeuwen.

Toen ik uit Nederland vertrok had ik honderden spinnen aan boord. De meesten behoorden tot dezelfde soort. Ik weet niet welke. Eenmaal in Frankrijk liep het aantal snel terug en dat was niet enkel omdat ik ze overboord wierp als ik de kans had. Tevens kwam er variatie in de populatie. Naast de exemplaren met het vette achterlijf die uit Nederland waren meegelift, verschenen er nu Franse exemplaren die opvielen door hun lange voorpoten. Eenmaal in Portugal liep ook die populatie snel terug. Het is nu al meer dan een week geleden dat ik voor het laatst een spin of een web aan dek heb gezien.

Garnalen zijn verre familieleden van spinnen. En het was in Roscoff in Frankrijk dat ik ze voor het eerst bemerkte. Garnalen zijn namelijk nogal lawaaierig en hun karakteristieke geklik was in Roscoff voor het eerst door de romp van de boot te horen. Toen nog incidenteel. Sindsdien is het alleen maar erger geworden. Hier in Sines zitten er zoveel in de haven dat het klikconcert waar ik en de andere havengasten 24 uur per dag van kunnen genieten lijkt op het geluid van flinke regendruppels die uiteenspatten op stoepstenen tijdens een druilerige dag.

Naast garnalen barsten de havens in Portugal ook van de vissen. En schuw zijn ze niet. Het water is er helder en scholen van 10, 20 exemplaren die aan de opervlakte zwemmen zijn geen uitzondering. Ze hebben ook weinig te vrezen, want het is verboden om in de havens te vissen. Nu schijnt de meest voorkomende soort volgens de havenmeester van Peniche en een tweetal vissers respectievelijk naar diesel en naar kattenpis te smaken, dus zelfs al zou men in de havens mogen vissen, dan zou men het waarschijnlijk nog niet doen.

Naast mensen vissen meeuwen ook graag. Alles dat op een visje lijkt, of het nu aan de oppervlakte zwemt of spartelend uit het water wordt getilt, kan op de aandacht van de brutale en gevleugelde schijtkrijsers rekenen. Dat kan soms verkeerd voor ze uitpakken, bijvoorbeeld wanneer het bewegende en glimmende visje van plastic is, aan een lijn zit en van een flinke haak is voorzien. Want dan blijkt een hongerige meeuw ook prima dienst te kunnen doen als vlieger. En zie de haak er maar eens uit te krijgen. Nee, dit is mij nog niet overkomen, maar een schipper die ik sprak had er een smeuig verhaal over.

2016-11-10

Sines. De evenaring van mijn persoonlijk afstandsrecord.

Meer dan 10 jaar geleden was Sines het eindpunt van de zeilreis die ik samen met de neef van een collega maakte. Deze plaats markeert dus mijn persoonlijk afstandsrecord.

Ik ben nu bijna 3,5 maand onderweg en ben in die tijd verschillende malen voorbijgevaren door mensen die lieten weten grote haast te hebben om naar de Canarische Eilanden te komen. Ik ben blij dat ik het rustig aan heb gedaan. Het weer is hier fantastisch. 's Nachts is het 15 graden en overdags in de zon meer dan 20. Zeilen doe ik in een t-shirt. Portugal profiteert al een week van het Azorenhoog en dit lijkt nog wel even door te gaan.

Stel dat ik me ook gehaast zou hebben en in een maand tijd naar Lanzarote of Grand Canaria gezeild zou zijn. De oversteek naar de Caraiben is op zijn vroegst pas half november te maken. Als ik dus aangekomen zou zijn op 1 september, zou ik er vervolgens 2,5 maand hebben moeten wachten.

Natuurlijk is het er leuk zeilen, maar een maand lijkt me wel voldoende. Anderen zijn op 1 juli uit Nederland vertrokken en daar aangekomen begin augustus. Die liggen er dus al bijna 3.5 maanden te wachten. Zonde van de tijd.

Morgen of overmorgen ga ik naar Lagos. Daar zal ik wat klein onderhoud plegen aan de boot. En dan steek ik ook over. De vloot van de ARC vertrekt vanaf de Canarische Eilanden op 13 november, dus is er nog plaats ook in de havens wanneer ik er aankom.

Panorama van Sines door Adelino Chapa.

Ameias (battlements) do Castelo de Sines

Ik ben niet direkt vanuit Cascais naar Sines gevaren. Ik had er namelijk geen zin in om vroeg op te staan. En laten we eerlijk zijn: dat mag wel een keer wanneer je 3 a 4 jaar vakantie hebt. Voor Sines heb ik dus eerst anderhalve dag in het plaatsje Sesimbra gelegen. Daar valt niet veel over te vertellen: klein plaatsje, grote visserij-industrie en lekkere broodjes doner kebab. En over dat laatste voor degenen die me kennen: inderdaad, afvallen lukt nog niet erg.

Schoener Atyla, bemand door een internationaal gezelschap van jongeren en varend onder de vlag van Vanuatu, vertrok richting A Coruna na een paar dagen in Sines te hebben gelegen.

Twee 'Nederlandse' jachten ("We are French!") voor anker in de baai van Sines. Toen ik de kans kreeg om met het stel van het groene jacht een praatje op de wal te maken nadat ze de scheepskat bij de buurman hadden afgeleverd, bleek inderdaad dat ze onder Nederlandse vlag varen omdat dit veel makkelijker en goedkoper is.

Hij: "It's easier to sail under Dutch flag. And cheaper. No annual registration fees."
Ik: "So you don't like to spend money?"
Hij "No we don't."
Zij: "And we have no money."
Ik "Ah, so you're Dutch after all."
 

2016-11-07

Cascais.

Op 4 november vertrok ik om 08:00 uit Peniche en kwam ik na zonsondergang aan in Cascais. Cascais is een verassing. De stad is duidelijk gericht op toerisme, maar is niet volgebouwd met de blokkendooshotels die het aangezicht van menige kustlijn verzieken. Neen, deze stad is duidelijk gericht op vermogende toeristen. Zelfs de Burgerking heeft fauteuils voor de klanten. Okay, ze zijn niet van leer, maar ze zijn gestoffeerd en ruim, dusdanig zacht dat je kont er diep in wegzinkt en ze hebben armleuningen.

Dat Cascais gericht is op de (zeer) welgestelde toerist is ook te merken aan de jachthaven. Deze heeft een helicopterplatform en een aanlegplaats voor megajachten. En in de receptieruimte is op marmer zeker niet bezuinigd.

Wat mij verder opviel aan Cascais is dat de stad erg schoon is. Zo ben ik nog geen enkele hondendrol op straat tegengekomen. En papier op straat is een uur later verdwenen.

De prijzen in de restaurants vallen mee. Maar misschien is dat omdat het toeristenseizoen voorbij is.

Naast de fles wijn die ik als geschenk kreeg bij aankomst, kreeg ik ook een kaart met bezienswaardigheden. Een van de "15 Must-See Places" die Cascais volgens de kaart te bieden heeft is... Het Fietspad. Het is waar dat ik in Portugal tot nu toe nergens een pad dat speciaal voor fietsers is aangelegd ben tegengekomen. En dat Het Fietspad in Cascais als topattractie beschouwd wordt, doet me vermoeden dat ik een echt fietspad, zoals we ze in Nederland overal hebben, ook nooit zal tegenkomen in andere plaatsen in Portugal.

Een typisch hotel aan de kust.
Geen blokkendozen aan de kust van Cascais. In plaats daarvan zien de hotels er daar zo uit. En dat is geen slechte zaak.

Het Fietspad.
Een van de "15 Must-See Places". Als Nederlander vind ik dit dus heel grappig.

Boca de Inferno.
Een paar kilometer ten westen van de jachthaven ligt de Mond van de Hel. En nu ik de mond heb gezien, vraag ik me af hoe de Tandarts van de Hel eruit ziet.

Ik blijf het gebruik van tegels met Delfts Blauw aan de buitenzijde van gebouwen erg mooi vinden.

De Oosterschelde ligt afgemeerd bij de steiger voor de megajachten. Het schip was iets meer dan een week geleden vertrokken uit Rotterdam en zal, na een tussenstop op Tenerife, charters gaan verzorgen rond de Kaapverdische Eilanden.
Op het moment dat Willemijn Cascais uitvoer ging de Oosterschelde ankerop. Het schip voer nog een tijdje achter me aan en wijzigde daarna koers richting de Canarische Eilanden.

2016-11-05

Porto & Peniche.

Over mijn bezoek aan Vila Nova de Gaia (Porto ligt aan de noordzijde van de monding van de rivier de Douro en Vila Nova de Gaia aan de zuidzijde) kan ik kort zijn: de bezienswaardigheden waren te ver weg om er naartoe te lopen en de haven was te duur om er lang te blijven liggen. Douro Marina is een mooie, moderne en luxe jachthaven, maar de aanwezigheid van miljonairsjachten is altijd een aanwijzing dat het liggeld er hoog is. Ik ben er dus maar kort blijven liggen en heb geen foto's. Sorry.

Meer bezoek aan boord.
Op weg naar Peniche kreeg ik opnieuw bezoek aan boord. Ditmaal was het geen douane, maar een vogel die de cabine invloog en een uur of 3 op de vloer heen en weer liep alvorens weg te vliegen. Een schaaltje water werd door het beestje genegeerd.

Peniche is een vissersdorpje op Cabo Carvoeiro. Althans, dat was het de vorige keer dat ik er was. In de tussentijd blijkt er flink gebouwd te zijn met behulp van EU subsidies. Ook blijkt het nu een internationale surfspot te zijn vanwege de gunstige locatie van de stranden. Er was zelfs een internationaal kampioenschap surfen terwijl ik er was. Een ding dat er niet gegroeid is, is de jachthaven. De vorige keer dat we er aan het steigertje lagen was het maart, stond er windkracht 8 en lagen we er alleen. Ditmaal staat er nauwelijks wind, is het zonnig en lagen de jachten bij aankomst er tot mijn verbazing 3 rijen dik. Het gezelschap is divers: naast Willemijn zijn er 4 boten die de Nederlandse vlag voeren, is er 1 boot die de Belgische vlag voert en zijn Denemarken, Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, IJsland, Polen en Zweden er elk met 1 boot vertegenwoordigd.

Twee van de boten met de Nederlandse vlag blijken door Fransen bemand te worden. De boot met de Belgische vlag wordt bemand door Spanjaarden. De Fransen vinden het blijkbaar erg belangrijk dat men van verre al ziet dat zij onder Nederlandse vlag varen, want hun vlaggen hebben het formaat van een eenpersoons dekbed. John, de schipper van Asha, legt me uit dat het voor Fransen belastingtechnisch voordelig is om onder Nederlandse vlag te varen. Dat zal dan ook wel de reden zijn waarom de Spanjaarden onder Belgische vlag varen. Deze vlag heeft overigens wel een normaal formaat.

Er blijken twee redenen te zijn voor de boten om langdurig in Peniche te liggen: problemen en wind. De Spanjaarden en de Zweed hebben motorproblemen, de Fransman heeft antenneproblemen en de rest wacht op goede wind naar het zuiden. Ik blijk dus niet de enige te zijn die tot nu toe 90% van de tijd op motor heeft gevaren. Gelukkig, want ik begon al te denken dat ik het zeilen verleerd was.

De havenmeester van Peniche blijkt een vriendelijke man te zijn die erg graag met zijn klanten praat. Pas na twee uur, wanneer het havenkantoor voor de lunch sluit, zie ik kans aan zijn gastvrijheid te ontsnappen en kan ik het stadje induiken. Het weer is er de eerste twee dagen erg goed. De verwachting is echter dat het 's woensdags tot en met vrijdag zal gaan regenen. Dit blijkt uiteindelijk erg mee te vallen.

Van John krijg ik een set electronische kaarten. De kaarten stammen uit 2011, maar de dekking is wereldwijd. Zelfs de Pacific is in OpenCPN, een navigatieprogramma, ineens gevuld met kaarten. Het zou dus zo maar eens kunnen dat deze kaarten me de aanschaf van een kaartplotter besparen. In ruil voor de kaarten geef ik hem een bestand van 15 gigabyte aan nautische boeken en reisgidsen.

Bedrijvigheid op de steiger.
De Franse schipper van Ocean's Son zoekt het hogerop om een antenne te plaatsen, terwijl de schippers van Northern Light en Asha de diepte induiken om het onderwaterschip van hun boten schoon te maken.

Het oude deel van Peniche.
Het oude deel van Peniche is op de rand van Cabo Carvoeiro gebouwd. De kaap telt een aantal kloven en grotten. Een van deze kloven deelt dit deel van het stadje deels in tweeen en zorgt ervoor dat er op deze plek waarschijnlijk nooit ruzie met overburen zal ontstaan. En gezien de nauwe straatjes is dat iets dat best zou kunnen ontstaan in de rest van het oude deel van het stadje.




De onderstaande twee foto's en hun vergrotingen mag je negeren. Ze zijn slechts bedoeld om me eraan te herinneren nooit een baan als storingsmonteur te zoeken in Portugal.