Er stond geen wind, maar wel een flinke deining toen ik naar de rio Guadiana voer. Het was voor het eerst sinds de aankomst in Lagos dat Willemijn zo sterk rolde en dit moet iets losgemaakt hebben in het brandstofsysteem van de motor. Vuil? Water? Hoe dan ook, halverwege de tocht was de motor niet boven de 2000 toeren te krijgen en varieerde het toerental met het gerol van de boot. De vorige keer dat ik dit had zat er lucht in de leiding doordat ik de tank had leeggevaren. De motor sloeg echter niet af en zo kwam ik rond 17:00 aan in Vila Real de Santo Antonio, het eerste plaatsje aan de monding van de rio Guadiana. Een uur voor aankomst was het al iets gaan waaien, maar na zonsondergang stond er 7 Beaufort zonder dat er een wolkje te zien was.
Naast de motor heeft ook de ankerlier een probleem. Deze is ook handmatig te bedienen, maar dit blokkeerde bij het verlaten van Culatra. De ochtend na de eerste nacht in de marina van Vila Real de Santo Antonio bracht ik door met dit probleem. Het lijkt erop dat de hele lier verwijderd moet worden omdat het probleem in het deel zit dat in de ankerbak geschoefd zit. Niet leuk. Dit is een klus waar ik zelfs tegenop keek toen de boot nog in Nederland was.
Vila Real de Santo Antonio is gebouwd op de ruines van Santo Antonio de Arenilha, een dorpje dat door een vloedgolf werd weggevaagd. Deze vloedgolf was het gevolg van de aardbeving die Lissabon in 1775 vernietigde. De wederopbouw van het stadje duurde slechts 5 maanden en de stijl van de wederopbouw was dezelfde als die waarin Lissabon in recordtempo werd herbouwd. Verantwoordelijke hiervoor was Sebastião José de Carvalho e Melo, de eerste markies van Pombal.
Alle straten in Vila Real de Santo Antonio zijn kaarsrecht en staan haaks op elkaar.
Wat voor idioot zet er nou vuilcontainers voor een dergelijk mooi gebouw? Let op alle zwaluwnesten onder de dakrand.
Het stadsplein met kerk, zangers en marktje.
Kort nadat ik in het haventje was aangekomen dacht ik dat er een varken werd geslacht op de kade. Dit gekrijs herhaalde zich periodiek. Uiteindelijk bleek het een meeuwenverschrikker te zijn. Ik ben onderweg verschillende manieren tegengekomen om meeuwen te verschrikken: puntige stukken metaal op lantaarns, stroomkastjes en palen, vislijnen boven steigers waar stukken stof aan waren geknoopt en plastic uilen, maar deze haven combineert de plastic uilen met luidsprekers op de stroompalen waar afwisselend geluiden uitkomen die door roofvogels worden gemaakt en door meeuwen die op een gruwelijke manier aan hun eind komen.
De ochtend van vrijdag 19 mei werd doorgebracht met het zoeken van het motorprobleem. De tank was schoon, het brandstoffilter niet. Sterker nog: het filter was aan de bovenzijde pikzwart en aangekoekt. Ik heb het brandstoffilter bij aanschaf van de boot niet vervangen. Het was pijnlijk duidelijk dat ik dat wel had moeten doen. De reden dat ik het niet had gedaan? Teveel werk. Om erbij te kunnen moet de hele achtercabine worden leeggehaald, inclusief matrassen en bodemplaten. Omdat ik dat alles nu toch moest doen, werd ook meteen de gland aangedraaid en het oliepeil van de keerkoppeling gecontroleerd.
20 mei was de ankerlier aan de beurt. Na de 4 bouten aan de binnenzijde van de ankerbak met veel moeite op de tast te hebben losgedraaid, kwam ik erachter dat het probleem toch aan de bovenzijde zat. Wat bleek: een gebroken klemring bleek een pal te hebben geblokkeerd. De klemringen worden echter alleen aan de onderzijde gebruikt. Dus waar kwam deze vandaan? En waarom was hij in 5 stukken gebroken? Hoe dan ook:na schoonmaken en invetten van alle onderdelen kan ik het anker weer handmatig binnenhalen.
Morgen zal ik de dag doorbrengen met boodschappen doen, douchen, nog wat meer foto's maken, downloaden van boeken, afwassen en vullen van de watertank. Maandag zal ik dan op de vloedstroom de rivier opvaren naar Alcoutim. De afstand is zo'n 20 mijl, dus dat kan in 4 a 5 uur worden afgelegd.
No comments:
Post a Comment