2016-10-07

Golf van Biscaje.

Inleiding.

Voordat ik begin met het beschrijven van de oversteek van de Golf van Biscaje, zijn er twee gebeurtenissen die ik ga beschrijven. De reden daarvoor is dat deze gebeurtenissen een grote rol zouden spelen tijdens de oversteek. De eerste vond op de dag voor vertrek plaats om iets na zeven uur 's avonds. De tweede rond 11 uur 's ochtends op dinsdag 27 september, de dag van vertrek.

Twee onfortuinlijke gebeurtenissen.

Pats! Met een scherpe tik maakt het drinkglas contact met de stenen cafevloer en sneuvelt. Kleine, vierkante brokjes glas verspreiden zich over de vloer van het cafe. Een fractie van een seconde later volgen mijn linker elleboog en rechterknie. En terwijl ik in deze voor nuchtere cafegangers onnatuurlijke houding het centrum van aandacht ben van het volledige cafe, denk ik bij mezelf "dat krijg je ervan wanneer je de barkeeper een plezier wilt doen". Wat er gebeurde was, dat ik een afstapje had gemist. Ik besloot om de spullen die bij me op tafel stonden: pizzaplank, bestek, olievaatje en drinkglas naar de bar te brengen. En ik wist dat ik daarbij een aantal tredes af moest dalen. De pizzaplank, met daarop het drinkglas, belemmerde echter het zicht op de tredes. En terwijl ik dacht dat er slechts twee tredes waren bleken het er helaas drie te zijn.
Mijn rechterknie is al sinds ik zes jaar oud was een zorgenkindje. Het onfortuinlijke resultaat van een aanrijding door een brommer. Botgroei, een paar littekens en een overgevoelige plek schuin onder de knieschijf zijn een dagelijkse herinnering aan die gebeurtenis. Mijn knie deed na de val echter geen pijn. De enige verwonding leek dus een gekwetste trots te zijn.

De drie vissers op de golfbreker naast de dieselpomp in de haven van Camaret-sur-Mer kijken me een beetje verdwaasd aan. "Are you telling me the fuel pomp is broken?" vraag ik. "oui, pompe en panne" is het antwoord. Dit kun je niet menen. De tocht over de Baai van Biscaje duurt minstens 3 dagen, er staat volgens de gribfiles 's nachts minder dan 5 knopen wind, waardoor ik weet dat ik dan moet motoren en dit zou dan moeten gebeuren met een hoeveelheid brandstof die 40% van de maximale capaciteit bedraagt? Ik moet echter weg, want het weerbericht laat een front zien dat met windkracht 7 in de nacht van zondag op maandag over de golf zal trekken. Het is dinsdag, dus niet gaan betekent dat ik hier weer een week zal liggen. 6 uur later ben ik op de motor de laatste rotsen achter Ile de Sein gepasseerd, wordt de koers bijgesteld naar 208 graden en worden de zeilen gehesen. Nog ongeveer 18 uur aan brandstof over.

De oversteek.

De rest van dinsdag 27 september, de eerste dag van de oversteek, is verder druilerig. Maar er staat wind, La Coruna is met halve wind makkelijk bezeild en Willemijn vaart meer dan 4 knopen. Een stalen boot is nu eenmaal niet snel. 's Nachts rond elf uur valt de wind echter weg en wordt de motor gestart. Rond zes uur 's ochtens komt de wind terug. Nog ongeveer 12 uur aan brandstof over.

De tweede dag is prachtig. Zon, dolfijnen en een fatsoenlijke wind. Tot de middag althans, wanneer Willemijn 4 uur lang ligt te dobberen. Ik weersta de neiging om de motor te starten, maar ontkom er niet aan wanneer de wind 's nachts opnieuw wegvalt. Nog ongeveer 6 uur aan brandstof over.

De derde dag is voor het grootste deel een verloren dag. Het warmtefront dat overtrekt zorgt voor een grijze wolkendeken, motregen en windstilte. Ach, in elk geval zorgt het er ook voor dat het niet koud is. Ik schiet dus gedurende 18 uur slechts 16 mijl op. Het meeste daarvan tijdens de vroege ochtend nadat de motor werd uitgezet.  Alleen de Atlantische deining beweegt het water nog. Motoren is echter uit den boze. Er is slechts voor 6 uur brandstof over en dat is nodig voor noodgevallen of het aanlopen van een haven. Bij de noordkust van Galicie kan het immers flink spoken. Het gehesen grootzeil stabiliseert de boot weliswaar, maar ik haat het geruk aan en geklapper van het beslag. Strijken is echter geen optie: zonder de luchtweerstand van het zeil zou het gerol van de boot extreem worden en zou het onmogelijk zijn om in mijn kooi te blijven liggen. Het onophoudelijke geklapper 's nachts, dat binnen extra luid is, zorgt ervoor dat ik de beslissing dat ik ben gegaan vervloek.

Ook vrijdag 's ochtends, de vierde dag, staat er weer wind. En net zoals tijdens de voorafgaande dagen begint deze zo'n twee uur voor zonsopgang te blazen. De wind wordt weliswaar weer zwakker gedurende de dag, maar is ditmaal voldoende om de druk in de zeilen te houden en Willemijn vooruit te stuwen. Rond zes uur 's middags trekt de wind verder aan. Zes uur eerder dan de gribfiles voor vertrek al hadden voorspeld. Eindelijk maakt de boot weer mijlen. Windkracht 5 sleept Willemijn met meer dan 5 knopen door het water. De boot ligt echter, net zoals de dag ervoor, niet meer op 208 graden. La Coruna is dus niet langer bezeild. Het nieuwe doel wordt Ria Viveiro.

Nu de boot 's nachts eindelijk stabiel ligt, er geen motorgeronk is en ik begin te wennen aan het ritme, val ik in een diepe slaap. De eerste twee nachten had ik niet geslapen en de derde nacht slechts zeer ondiep en  korstondig. Rond vier uur wordt ik wakker. Ditmaal niet van de kookwekker, maar van de pijn. Een schreeuwende  pijn in mijn rechterknie laat me op mijn tanden bijten. Ik vraag me af of de val in Camaret misschien de oorzaak is. Drie nachten slaapgebrek doet tenslotte het een en ander met je weerstand. Of heb ik me soms met het overgevoelige deel van mijn kniet schrap gezet tgen de rand van de kooi tijdens mijn slaap? Ik denk bij mezelf dat dit gewoon niet waar kan zijn. "Eerst een val, dan een kapotte pomp en nu dit!? Is deze trip soms vervloekt? Waren die eerste twee zaken soms voortekenen?" Van slapen komt niets meer. Mijn knie begint te zwellen en te kloppen. De minste aanraking veroorzaakt een pijnscheut.

De vijfde dag is godzijdank prachtig. De zon vijzelt mijn moraal een beetje op. De wind is echter nog verder gedraaid zodat Ria Viveiro ook geen optie meer is. F*ck it. Ria de Ribadeo dan maar. Mijn rechterknie kwelt me zonder mededogen en maakt dat elke haven op dit moment een goede is. De kust van Galicie is van veraf imposant en van dichtbij prachtig. Groene bergen vol bossen worden hier en daar onderbroken door lichtgroene velden met kleine groepjes huizen. "Wat moet het hier mooi wonen zijn" denk ik. "In Nederland betaal je tonnen voor een beetje uitzicht over een paar half ondergelopen weilanden en een bosrandje en hier heeft iedereen een uitzicht dat 10 maal mooier is voor een fractie van die prijs."
                 
Ik weet dat ik de boot zal moeten afmeren en de havenformaliteiten afhandelen, zaken waarbij ik mijn knie zal moeten gebruiken. Ik slik dus een Tramadol, de zwaarste pijnstiller die ik aan boord heb. Ria de Ribadeo wordt binnengelopen rond 17:00 uur. Een klein uur later lig ik in mijn kooi met mijn knie in een elastisch verband. Naast de kooi staan een paar pakken jus de orange om uit te drinken, een paar lege flessen om in te p*ssen, een doos Paracetamol, mijn telefoon en mijn e-reader.

Oversteek voltooid. Aankomst in Spanje op 1 oktober.

1 comment:

  1. Mooie verhalen en foto's. Beterschap met je knie !
    Groeten, Ton

    ReplyDelete